7 Tips voor het vissen op kanalen bij lage watertemperaturen
Kanalen, vaarten en andere openbare waterstelsels… We hebben er honderden kilometers van in de Benelux. Geen eenvoudig terrein voor de karpervisser en al helemaal niet in de wintermaanden en het vroege voorjaar. In dit artikel geeft praktijkman Teun van der Laar een aantal tips die hem succes hebben gebracht bij watertemperaturen onder de 10 graden.
Teun aan het woord: Met de visserskriebels in de buik stap ik in mijn auto; toch maar eens even bij het kanaal kijken. Ik kan het maar niet loslaten, ondanks het weer. Gewapend met een thermometer stap ik uit en loop ik naar het water. Het wandelen langs de kanaaloever geeft me nog altijd innerlijke rust en laat me wegdromen naar avonturen uit het verleden en doet me verlangen naar momenten die nog gaan komen. Ik kan het kanaal en haar bewoners gewoon weg niet loslaten. De koude wind snijdt in mijn oren en nek maar het weerhoud me niet om gewoon te bikkelen aan het kanaal, of ik nou vang of niet… Genieten zal ik!
Mijn grootste kanaalbak uit de winterse periode.
De komende weken zal de watertemperatuur op het kanaal nog laag zijn en door daar slim op in te spelen probeer ik mijn kansen op een vis te vergroten. In dit artikel benoem ik zeven punten waar ik op let tijdens mijn visserij op kanalen in de maanden februari tot begin april.
" Het wandelen langs de kanaaloever geeft me nog altijd innerlijke rust en laat me wegdromen naar avonturen uit het verleden en doet me verlangen naar momenten die nog gaan komen."
Punt 1: Stekkeuze/Peilen
Eén van de belangrijkste aspecten in het karpervissen is de stekkeuze. Het is een cliché maar waar geen karper zit zal je er ook geen vangen! Als je meerdere jaren op hetzelfde kanaal vist kan een logboek uitkomst bieden. Karpers zijn immers gewoontedieren en trekken vaak naar dezelfde gebieden wanneer de de watertemperatuur onder de 8 tot 10 graden zakt. Natuurlijk zijn de brugstekken, sluizen en waterlozingen favoriet. Maar ook havens, rietkragen, plekken in de luwte en spots die uit de stroming liggen doen het vaak goed in deze periode.
Links op de foto is een interessante stek te zien: een uitloper van riet. Grote kans dat hier vis rond hangt. Een prima plek voor een instant sessie.
Graag peil ik mijn eerst stekken zorgvuldig uit, zo weet ik precies waar ik lig te vissen en wat er op de bodem ligt. Zo bepaal ik met wat voor systeem ik het beste aan de slag kan op de stekken die ik op het oog heb.
Het ontbreken van wier vind ikzelf ook een fijne bijkomstigheid bij het zoeken naar een stek. Het ontdekken van het bodemverloop, harde platen, richels, grindplaten en kuilen gaat makkelijker als er geen planten op de bodem staan. Ga dan ook nú op pad om te peilen, wees de wiergroei voor. Overigens geldt dit natuurlijk niet alleen voor stromend water, maar ook voor de meren of putten waar je dit jaar wilt gaan vissen.
Gevist op de juiste plek!
Punt 2: Instant vissen of toch voorvoeren
Tsja, dit zal altijd een flink discussie blijven, de een doet het altijd, de ander nooit. Voordat ik hier een besluit over maak gooi ik alle feiten op tafel, voor zover ik deze informatie kan komen. Welk kanaalstuk wil ik bevissen, zijn er nog andere vissers actief, voeren zij en waar worden de karpers gevangen? Als ik dit weet duik ik mijn logboek in om te kijken of ik zelf eerder succesvol ben geweest en hoe de vangsten destijds tot stand kwamen.
De afgelopen jaren heb ik de meeste sessies instant gevist op stekken waarvan ik wist dat ik er karpers kon verwachten. Bruggen, sluizen en kommen hebben hierbij de voorkeur, simpelweg: de natuurlijke trekpleisters. Een opvallende haakaasje met een paar attractieve bollen er rond heeft al veel ‘koude’ kanaalvissen opgeleverd.
In de winter en het vroege voorjaar kies ik voor licht verteerbaar aas en opvallende hookbaits.
De sessies waarbij ik wél voor ging voeren deed ik dit vaak maar kort en krachtig: 1 of 2 dagen vooraf en altijd met licht verteerbaar aas, vaak een kilo per keer. Een punt om op te letten is de scheepvaart! Als de boten af en aan varen zal een kilootje boilies dat je ’s ochtends voert al snel over een groot oppervlak verspreid liggen. Zo kan de kracht van je voerstek afnemen. Ikzelf voer dan ook vaak ’s avonds als de scheepvaart stil ligt. De karpers kunnen dan op mijn voerstek ‘landen’ waar ik ze er dan ’s ochtends vanaf probeer te plukken (of de avond nadien).
Overigens is er een handige app om de activiteit van de schepen op jouw kanaal in de gaten te houden: Find Ship Lite. Zet deze app op je iPhone of Android toestel en je zal exact zien waar de schepen zijn en of ze in beweging zijn. Hier kun je dan eventueel de voerhoeveelheid op afstemmen. Op veel kanalen valt de scheepvaart ’s avonds immers immers stil tot de vroege ochtend.
Find Ship Lite, een handige app voor zowel Android als iOS.
Punt 3: Welk aas kies je?
Zoals ik al zij gebruik ik altijd licht verteerbaar aas. Nu hoeft dat geen must te zijn. Zeker als je instant vist, dan kun je gerust een ‘vettige vismeel’ knikker gebruiken: de karpers eten toch maar een paar boilies en zullen niet snel verzadigd raken. De reden dat ik voor licht verteerbaar aas kies is simpelweg omdat ik met deze bol al de nodige succes heb gehad. De afgelopen jaren heb ik altijd met de Wintermix Kelp Peach uitgepakt, zowel instant als wanneer ik ging voorvoeren. De Peach flavour is op basis van alcohol waardoor deze ook met koude temperaturen uit lekt. Never change a winning team, zeker in deze maanden waarin je het vaak moet doen met een enkele aanbeet.
Vorst aan de Maas… Voeren (en vissen) waar de karpers zwemmen is hier nog altijd belangrijker dan het smaakje van de boilie 😉
Ondanks dat er op veel kanalen een flink bestand aan witvis gebruik ik in de winter vaak pellets. Hiermee zorg ik er voor dat de vierkante meter waar mijn rig ligt nét even wat aantrekkelijker is dan de rest van het kanaal. Deze pellets week ik thuis een dagje voor in lauw water, als ik dan ‘s avonds ga vissen zijn dit ‘zachte snoepjes’ geworden die een flink spoor trekken in de verschillende waterlagen. En als ik dan 2 of 3 brasems vang: prima! Die neem ik er graag bij.
Als laatste voorzie ik mijn haakaas van een baitbooster of soak ik de boilies zelfs een aantal dagen in een dip. Té attractief bestaat in mijn ogen niet, ik wil snel de aandacht trekken en de karpers dwingen om het haakaas op te nemen. Of dit gebeurt uit nieuwsgierigheid of honger: dat is me om het even.
“Waarom zou je blij zijn met brasems?”
Brasems kunnen ook een signaal zijn dat je de goede plekken bevist.
- De stekkeuze is waarschijnlijk goed, ook brasems verzamelen zich in deze koude periode op de meest warme en beschutte plaatsen, dit geldt ook voor onze vriend de karper.
- Het aas word gegeten, dus de vis is nog aan het azen, en het voor gevoerde aas wordt dus ook opgegeten. Dit betekent dat je (licht) kunt blijven voorvoeren, en dat er wellicht ook karper van de stek zal komen eten.
- Het gebruikte systeem en rig werkt, naar alle waarschijnlijkheid ligt de montage er op de bodem goed bij. De brasems worden geprikt dus waarschijnlijk zal de karper zich hier ook aan prikken.
Punt 4: de montage
Goed, de stek is gekozen, we weten hoe de bodem eruit ziet en welk aas we gaan gebruiken. Tijd voor de volgende stap: de montage! Op veel kanalen neemt de druk op de karpers steeds meer toe en dat vraagt om scherpte bij ons als vissers. Een goede rig die snel prikt (en uiteraard goed blijft zitten) is dan ook een must.
Een degelijke rig met een prima aasje en een visuele attractor! Met deze combi durf ik vrijwel overal uit te pakken.
In veruit de meeste gevallen vis ik op een harde (en schone) bodem en kies ik voor een korte combi-rig voorzien van een inline lood. Het loodgewicht hangt af van het water waar ik vis en de eventuele stroming die er staat. Mocht de bodem voonamelijk uit modder bestaan, dan kies ik altijd voor een soepele onderlijn (de lengte varieert, dit is afhankelijk van zachtheid van de bodem). Een soepele onderlijn vis ik liever in combinatie met een wartellood. Bij het uitvaren of uitgooien zal het wartellood in de bodem zakken en zal de onderlijn mooi op de modder blijven liggen.
Tevens maak ik in beide gevallen ook gebruik van PVA foampje. Dit zorgt ervoor dat de haak vrij blijft van vuiligheid en je de montage niet in de war gooit. Na het oplossen van het PVA foam zal de rig zachtjes landen op de bodem.
Punt 5: Trekroute’s en lijn dressuur
Op veel kanalen heb je plekken waar karpers van de ene kant oversteken naar de andere zijde van het kanaal. Dit heeft vaak te maken met de stroming en de onderbreking daarvan. Ook kan een (natuurlijke) voedselplaats of veilige plek ervoor zorgen dat de karpers op een bepaald punt de oversteek zullen maken.
In en rondom holding area’s van de karpers zal je extra op moeten letten hoe je jouw vislijnen door het water laat lopen.
Een belangrijk aspect van de hedendaagse kanaalvisserij is dan ook: de vislijnen. En daarmee bedoel ik niet het merk of type lijn, maar de wijze hoe deze lijnen door het water lopen! Veel vissers draaien hun lijnen vaak erg strak, zeker als er naar de overkant wordt gevist. De karpers merken deze strakke lijnen sneller op dan je denkt. Zeker op ondiepe kanalen is het raadzaam om goed na te denken over de (mogelijke) trekroutes van de karpers. Het voorkomen dat de vissen op deze routes in contact komen met jouw nylon (of gevlochten) lijn is zeer belangrijk. De laatste jaren raak ik, en met mij veel andere vissers, er steeds meer van overtuigd dat het wegwerken van je lijnen je bonusvissen op zal leveren.
Iedere karper heeft een vermogen tot bijleren. Onderschat niet hoe snel de vissen door hebben dat er op een bepaald kanaalstuk wordt gevist.
" De karpers merken deze strakke lijnen sneller op dan je denkt."
Om dit te bewerkstelligen vis ik graag met toplood, sliding backleads of slappe lijnen. Waar dit mogelijk is pas ik dit toe. Echter, op veel stekken is dit geen optie: stenen, mosselbanken en andere ‘shit’ maken het te gevaarlijk om de lijn te laten afzinken. Ook kan de zuiging van scheepvaart je lijn ‘opwippen’ van de bodem waardoor deze vast komt te zitten.
Ook kun je er voor kiezen om de lijn OVER het water te laten lopen. Zowel bij visserij onder de eigen kant óf wanneer je naar de overkant vist. Ik doe dit middels een steun en een wasknijper welke bevestigd zit op een bankstick. Hiermee kan ik de lijn stevig opspannen. Zo creëer ik minimale lijndruk en zal de vis ongestoord op de stek kunnen komen zonder ergens een strakke lijn tegen te komen.
Om op deze wijze naar de overkant vissen is niet altijd even makkelijk. Ten eerste moet je een boot bij je hebben om de steun in de grond te prikken en de lijn in de knijper te bevestigen. Daarnaast mag er absoluut geen scheepvaart zijn op het kanaal! Anders is de kans groot dat je een keer een onverwachte fluiter krijgt 😉
Een prima methode om de lijnschuwe vissen te misleiden.
Echter, voor de visserij onder het eigen kantje is deze methode zeer geschikt. Het heeft mij zeker al geholpen en verschillende mooie vissen hebben intussen al mijn net gezien door deze tactiek!
Punt 6: Snel handelen
Omdat ik vaak korte, doordeweekse nachtjes vis wil ik zo efficient mogelijk vissen. Ofwel vis ik instant op stekken waarvan ik weet dat er karpers huizen óf ik voer een aantal dagen voor. Wat vervolgens hetzelfde blijft is de snelheid van handelen: ik wil geen kostbare vistijd verliezen. Zowel bij aankomst van de sessie, maar zeker ook bij het opruimen. Ieder kwartiertje dat ik langer kan vissen kan goud waard zijn. Een aantal tips:
- Knoop thuis voldoende rigs en zorg dat deze alvast beaasd zijn.
- Zorg dat je hengels ‘ready to go’ zijn: hup uit de foudraal, rig er aan en vissen maar!
- Neem geen grote tent mee: een paraplu is in enkele minuten afgebroken.
- Ik laat vaak mijn onthaakmat en bewaarzakken in de auto liggen. Pas bij een vangst worden deze erbij gepakt. Een nat geregende mat kan voor behoorlijk wat stank zorgen in de auto (als je hard aan het werk bent na een kort doordeweeks nachtje vissen).
Hoe sneller de hengels op de beoogde hotspots liggen hoe beter.
Punt 7: Stel jezelf geen onmogelijke doelen
De kanaalvisserij kan hard zijn in deze periode. Iets wat ikzelf heb geleerd is om geen onhaalbare doelstellingen na te streven. Vroeger kon ik wel drie tot vijf keer per week gaan vissen. Nu ben ik blij met 1 of 2 korte sessies. Het zou niet reeël zijn om mezelf als doel te stellen om dezelfde vangsten te willen realiseren. Kanaalvissen kan soms uitdraaien op een visserij waarbij er veel uren voor een karper gemaakt moeten worden.
Kanalen en rivieren kunnen bikkelhard zijn. Stel daarom haalbare doelen.
Stel jezelf dan ook goed de vraag: “Wat wil ik vangen?” En: “Kan ik de benodigde tijd er in steken?” Door hier vooraf goed over na te denken zul je betere beslissingen maken en voorkom je frustraties.
Ik wens iedereen dit voorjaar weer heel veel succes! Hopelijk kunnen jullie (misschien wel naar aanleiding van mijn tips) de targets vangen waar jullie al jaren op hoopten!
Succes dit jaar en hopelijk komen er een aantal flinke kanaalbakken op de kant.
