Ongekend dressuur, de ommekeer in een natuurlijk proces…

Telkens wordt de stap gezet om die ene target vis te vangen, hem te vertroetelen en terug te laten keren in zijn ”vertrouwde” omgeving. Het wachten eist nu eenmaal zijn tol……

Het water is helder en na een korte verkenningstocht met de boot kom ik tot de conclusie dat de karpers op de haakboilie na, bijna alle boilies hebben weggenomen. Door het heldere ondiepe water is goed te zien dat de karpers er een goede tijd op hebben gelegen en tot mijn grote verbazing zie ik dat zelfs mijn rig en haakboilie een halve meter zijn verplaatst, waren dat dan die enkele piepen? Ik doe hier vandaag wat fout en het is tijd om hier verandering in te gaan brengen. De vissen zijn mij vandaag net even te slim af en met die gedachte wordt de tacklebox weer eens omgetoverd tot toverdoos in de hoop op het eind van de sessie toch nog een karper te mogen vangen.

Dressuur

Voor velen onder ons is dressuur op veel van de door ons beviste wateren een soort stopwoordje geworden. Een water dat voorheen gewoon een naam had noemen we nu veelal dressuurput of dressuurwater. Voor de nieuwkomers onder ons karpervissers is dit wellicht wel iets waar jullie nog nooit van hebben gehoord. Maar wat is dressuur nu eigenlijk? Is dit goed of juist slecht voor mijn visserij of kan ik de dressuur juist ook gebruiken om meer te vangen dan ik voorheen deed. Dit zijn enkele punten die ik in dit artikel wil beschrijven. Punten die ervoor kunnen zorgen dat door gebruik te maken van de heersende dressuur en in combinatie met het zogenaamde anders doen dan anderen de karpers die je veelal te slim afwaren, door kleine doordachte aanpassingen ineens een stuk beter vangbaar worden.

Stekdressuur

Bij het begrip stekdressuur kunnen we de conclusie trekken dat als we vaak karpers vangen van een bepaalde stek deze gezien gaat worden als onveilig en met meer argwaan zal worden benaderd. Dressuur is niet zo’n vreemd aspect binnen de karpervisserij gezien de karper op velen wateren de klappen van de zweep al reeds bekend is. Het is een feit dat de karper afwijkend gedrag gaat vertonen als deze op een stek komt waar hij al eerder is gehaakt. Maar de praktijk leert ons ook dat ieder water een aantal zogenaamde dommere vissen herbergt. Vissen die er ondanks alle tegenstrijdigheden altijd een aantal maal uitkomen. Er zijn ook karpers die de signalen sneller oppikken en kunnen associëren met gevaar. In een bepaald opzicht kunnen we dus concluderen dat de karper een verband kan leggen tussen bepaalde zaken. Een 20 tal boilies van gelijke grootte onder dat struikje of voor die rij met paaltjes, op het plateau of in dat geultje die veelal wordt gebruikt als trekroute zijn nog maar enkele voorbeelden. Stekdressuur is iets dat over het algemeen sneller optreed op kleinere wateren, waar de kans groot is dat de vispopulatie de stek vaker zal passeren. Om de karper op de stek te houden heeft hij vertrouwen nodig en dit vertrouwen kunnen we hem geven door een aantal aanpassingen te doen binnen de standaard visserij. Neem nou als voorbeeld het bezoek van een bepaalde hotspot van een circuit water bij mij in de buurt. Voorheen waren het juist deze stekken die het productiefst waren en waar men elke week wel een aantal vissen wist te vangen. Juist deze stekken werden doelwit van het kern begrip “stekdressuur”. De karper bezoekt deze spots nog wel maar vertoond veelal een duidelijk voorzichtiger en ander gedrag, wat we mooi konden zie in het scala onderwater dvd’s die tegenwoordig te vinden zijn. Om dit aspect te keren is het van belang dat de stek de rust en het gevoel van vertouwen weer terug krijgt bij de vissen.

Je kunt dit bewerkstelligen door er vrij veel te gaan voeren zonder erop te gaan vissen. Als je het aankan om dit een aantal dagen of soms zelfs weken op zijn beloop te laten, kan je er vanuit gaan dat je vangst kansen een flinke positieve stap vooruit genomen hebben. Vissen die voorheen de moeilijke hoeken van een water als save area zagen zullen in de praktijk vaker en langer op het voer blijven hangen. Daarom vind ik het van belang dat de stek na een tweetal goede sessies weer even met rust gelaten wordt.

Ik onderhoud daarom ook meerdere wateren en stekken van voer, om er zodoende voor te zorgen dat elke stek na een aantal sessies de rust en vertrouwen weer kan opbouwen. “Ja, en die andere vissers die op het water vissen” hoor ik je denken. Dat is natuurlijk altijd een gok. Maar door deze methode te gebruiken weet ik vrijwel altijd één of meerdere vissen van een stek te landen. Hoe vaak hoor je niet de verhalen dat de vis zich weer verplaatst heeft naar dieper water of dat hij zijn heil is gaan zoeken op grotere afstanden. Allen behoren zij tot de zogenaamde “stekdressuur”. Het draait simpelweg allemaal om gewenning en herkenning. Zelfs de beste stekken zullen in de loop der tijd hun charme verliezen, en wij kunnen ervoor zorgen dat het juist deze stekken zijn die vroeg of laat weer enkele mooie vissen zullen gaan opleveren. t of ik zou zijn wie ik nu ben als ik hem niet gekend zou hebben.

Aasdressuur

Een veel voorkomend aspect binnen de huidige karpervisserij is de dressuur die is ontstaan door het veelvuldig bevissen van eenzelfde soort aas of aasaanbieding. Kort opgesomd kun je dan denken aan standaard ronde 20mm boilies, vismeel, partikels en geur en kleurstoffen. Laat ik beginnen met de boilie. Sinds de intrede van de boilie heeft deze voor een grote hoeveelheid aan recordvangsten gezorgd en veel karpers en karpervissers zijn er sindsdien nog steeds dol op. Maar er zijn ook heel wat karpers die er als een haas van door gaan bij het zien van die standaard ronde knikker.

jeroendr2.jpeg

De karper scène heeft hier de laatste jaren goed op ingespeeld. Vroeger viste we eigenlijk altijd met standaard 18 en 20 mm boilies. Later gingen we door de dalende vangsten over op het vissen met 8 en 10 mm boilies en om dit weer te doorbreken gebruiken we tegenwoordig ook de zogenaamde dumbells en eggs. Beiden onderscheiden zich van de huidige boilie door hun vorm, hardheid en gedrag. Ik gebruikte ze vorig jaar al ééns en kan je zeggen dat de karper het er net even beter op doet, maar vervolgens na een seizoen goed vangen weer terug valt in zijn terughoudendheid ten opzichte van het aas. Maar het kan wel net genoeg zijn om die kanjer te vangen of gewoon een goed seizoen te draaien, daar komt bij dat op veel wateren deze dumbells nog steeds niet gebruikt worden! Ook de voorgeweekte boilies zijn een niet te missen schakel, de karper gaat er in mijn optiek vanuit dat ze al een tijd op de bodem liggen doormiddel van zijn sponsachtige uiterlijk en het gebrek aan flavours. De ervaring heeft mij in de afgelopen jaren in ieder geval geleerd dat de vis deze boilies in veel gevallen sneller en met minder terughoudendheid opneemt, Ik beviste vorig jaar een put met een drukkere bezetting aan karpervissers dan er karpers rondzwemmen, een echt circuit water en dus de ideale plek voor het testen van een aantal bedenkingen.

Door de vele lijnen aasde de karper zoals het leek totaal niet en iedereen die ik sprak wist mij te vertellen dat het leek alsof het over was met het water. Doordat ik dit al ingecalculeerd had ik ervoor gekozen om ook op dit water mijn boilies een klein etmaal te laten voorweken alvorens ze te gebruiken. Doordat de hardheid ervan af was, moest ik ze wel om de 3 à 4 uur vervangen, maar in de praktijk bleek dit veelal niet nodig te zijn als de vis er goed op zat. Nadat ik inmiddels een klein uur uren geen aanbeet had mogen verwelkomen kreeg ik nadat ik de eerste karper geland had plotseling kort achter elkaar een aantal runs. De ene na de andere kwam er uit en natuurlijk maakte dit wat los bij de rest van de karpervissende collega’s. Ze kwamen één voor één een kijkje nemen, maar begrepen niet wat ze verkeerd deden. Ogenschijnlijk deed ik in hun ogen precies het zelfde, ik had gewoon geluk zeiden ze. Maar ik wist wel beter, ik noem het mijn Davinci systeem (op het oog niets aan te zien, je moet alleen tussen de regels door kunnen lezen). De karper is van nature simpelweg een heel schuw dier, laat zich weinig zien met uitzondering van de warme dagen en hevige regenbuien, dan komt hij naar de opperlaag voor zuurstof. Maar dit is pas één voorbeeld van hoe je de dressuur op het gebied van aas kunt doorbreken. Zelf vind ik het ook belangrijk om bijvoorbeeld met verschillende diameters te vissen, boilies zonder flavour te gebruiken of soms juist gesoakt, verkruimeld aas, gestampte pinda, of nog steeds 8 of juist 26mm boilies te vissen.

Partikels

Binnen het aspect aasdressuur mogen de partikels zeker niet vergeten worden, deze kunnen het verschil maken tussen een blank en een geslaagde sessie. In veel van mijn sessies heb ik kunnen terugvallen op de tijgers, pinda’s, kikkererwten, hennep, en natuurlijk maïs en duivenvoer. Dit aas ziet er zowel in zijn natuurlijke vorm evenals compleet met de hand vermalen uit tot een heerlijke samenstelling waar de attractors aan alle kanten uitlekken, en er voor de karper onherkenbaar en smakelijk uitziet. Het grote geheim om de karper van aasdressuur te weerhouden is om hem te laten geloven, dat hij een veilige samenstelling van aasaanbod krijgt voorgeschoteld en het als het waren al watertandend niet kan laten het te proberen. Zo heb ik ook al ééns gemalen mosselen verwerkt in mijn partikel en boiliemix. Ook kleine balletjes garnalen meel erbij maken het een niet te versmaden samenstelling.

Het gaat er dus om dat de karper zichzelf verleidt en zich over zijn argwaan weet heen te tillen. Het moet min of meer zo zijn dat je kunt bewerkstelligen dat ook al is hij gedresseerd, hij de verleiding toch niet kan weerstaan en vol vertrouwen voor het aas te gaan. Mijn partikels bereid ik daarom altijd zeer zorgvuldig. Een emmer van vijf kilo is meestal wel genoeg voor een sessie van vierentwintig uur, maar ik houdt altijd nog een kleine 3 kilo achter de hand voor als het echt los gaat.

jeroendr5.jpeg

Één toevoeging die ik sinds het afgelopen seizoen heb leren kennen en werkelijk als killer voor de dag tevoorschijn is gekomen, dat zijn de kleine maanvormige rode “redkidney beans”. Doordat ze ook na de kook hun hardheid niet verliezen zijn ze ideaal om aan de hair te bevestigen en geweldig in combinatie met hennep. Het geheel laat ik twee dagen weken om vervolgens de vijf sterren maaltijd een kleine twintig minuten op de zachtste stand te koken en om hem vervolgens een halve dag te laten uitkiemen. Uitkiemen, dat is een woord dat een belangrijke betekenis heeft. Hennep heeft de nijging nog na te kiemen. De karpers zijn er dol op. Verder mag ik ook het vogelzaad zeker niet vergeten, door zijn kleine samenstelling kun je er leuk mee experimenteren, denk hierbij zoal aan het overgieten met volle melk of kokosmelk (kokosmelk, daar kom ik later op terug), verwerken in voerballen en the method. Als het maar compact is. Ik bevries de ballen ter grootte van een tennisbal altijd in zijn geheel in en later zal deze door de temperatuur van het water snel uit elkaar vallen. Ook kun je ze invriezen als kleine golfballetjes, zo krijg je over je hele spot een mooi bedekkingpatroon qua aas (denk eraan, laat ze zwemmen en zoeken). Doormiddel van de katapult of bait rocket zijn deze makkelijk op de bestemming te krijgen. Het leuke van vissen op dressuur water is het aspect vinden en uitvinden, waarom dacht je dat je met een zesentwintig millimeter boilie vrijwel altijd grotere vissen vangt dan met een achttien millimeter? Grote karpers vertrouwen de grotere boilies kennelijk als veilig en een grote karper is veelal eerder geneigd een grotere boilie te proeven, of zou dit weer komen omdat deze zelden tot nooit wordt gebruikt op onze binnenwateren. Dit is met de voerballen net zo. Compacte voersamenstellingen in combinatie met aasaanbod doen het op kleinere wateren vrijwel altijd beter dan het lossen van massa’s voer. Het liefst breng ik ze er met de boot naar toe en dat brengt mij meteen bij een (voorlopig) zeer dressuur doorbrekend technisch middel.

De voerboot

Als er iets haar intrede heeft gedaan binnen het verbreken van dressuur dan is het de voerboot wel. Moeilijk bereikbare plekjes werden nu ineens heel makkelijk bevisbaar. De voerboot kan snel en indien goed gebruikt soms onopvallend ter plekke komen en het aasaanbod tot op de meter precies af werpen. Ook een fish finder kan een uitkomst bieden. Denk eens aan de bodemgesteldheid die we ineens kunnen zien. Voor mij is het bodemprofiel dan ook doorslaggevend om te bepalen waar ik mijn rig zal droppen.

Ik vis zelf graag op aflopende plateaus en kleine geultjes langs de oeverzijde. Ik gebruik de boot al enige tijd en meestal zet ik hem in bij obstakels of lange afstanden. De boot heeft namelijk een bereik van ongeveer 500 meter, en dat is dus verder dan wij ver kunnen kijken. De tegenhanger van het verhaal voerboot is dat op sommige wateren de karper de compacte voer hoopjes weer zijn gaan herkennen als gevaar. Om dit weer te doorbreken gebruik ik de boot veelal om hele kleine hoeveelheden voer op de stek te brengen. Veelal gebruik ik een gestampte mix van duivenvoer, pellets en pinda’s in combinatie met een pinda olie van The Carp Collector. Drie handjes van dit alles in de bak en zorgvuldig op een zogenaamde hotspot gedropt. De ervaring leerde mij dat ondanks de stekdressuur het compacte hoopje afwijkend voer, of een singlehookbait ergens op een onbereikbare stek de karper in veel gevallen zeer snel over de streef trok.

Je bent nooit te oud om te leren, een collega visser in mijn nabije omgeving attendeerde mij erop dat de vis bij hevige dressuur zich weleens wil ophouden strak tegen een rij paaltjes, hij vertelde mij ook dat ze daar omdat ze zich veilig voelen zonder schroom een aasje zouden meepakken. Dat is natuurlijk niet tegen dovemans oren gezegd, dus één rig met de boot strak tegen het paaltje aan en…..”als ik eraan terug denk krijg ik weer pijn in mijn rug”. Het was gewoonweg niet te stoppen. Maar zo’n enkele tip kan je ter harte nemen en stug zo blijven doorvissen tot ook de vissen het hier niet meer veilig vinden, of je gaat op verkenningstocht en doet met de boot stekjes aan die je normaliter niet zo snel zou aandoen. Het heeft mij veel en dan ook echt heel veel bonusvissen opgeleverd.

Smaak en geurstoffen

Een bekend aspect dat vaak de oorzaak is voor aasdressuur is de voor de karper herkenbare kleur, geur en smaakstoffen in ons aas. Er zijn wateren waar de karper niks te weten wil hebben van een heerlijke zoete boilie, maar zich wel helemaal stort op de vis of kruidenboilies, terwijl het ergens anders weer helemaal omgekeerd kan zijn.

Dit klinkt voor ons natuurlijk heel raar, echter is de werkelijkheid vaak anders. Ook wateren met een grote hoeveelheid aan natuurlijk voedsel zoals mosseltjes en zoet water garnaaltjes zullen met een boiliemix met vis en garnaalmeel eerder aanslaan omdat de herkenning in dit aas groter is. Nog even terugkomend op de driehoeksmossel. Een volwassen driehoeksmossel wordt 3 tot 4 cm lang en dankt zijn naam aan zijn kleur en tekening. De driehoeksmossel beschikt over zogenaamde byssusdraden waarmee ze zich kunnen vastzetten aan een harde ondergrond. Hierdoor zitten ze vaak samen op een kluitje op een steen of op een zwanemossel. De voortplanting van dit superaas is geslachtelijk. Na ongeveer een maand zetten ze zich vast op een substraat. Dat is voor de karper het moment om ze te gaan pellen, en neem van me aan “Veel succes als ze honger hebben”. Probeer dan ook indien deze mosseltje op jouw water groeien altijd een stok in de richting van zo’n mosselbank te vissen! Een ander goed aas welke bomvol attractoren zit zijn vismeelpellets. Door hun compacte toevoeging van oliën, kunnen ze een groot gebied bereiken. Wel zijn ze heel witvis gevoelig, maar vis lokt vis. Ik gebruik deze pellets eigenlijk alleen in de warmere maanden, wanneer de karper wat vaker aast en minder snel verzadigt is. Doordat de oliën de nijging hebben in een verticale lijn naar de oppervlakte te stijgen zul je in de praktijk karpers die in hoger gelegen waterlagen zwemmen kunnen aanzetten tot azen.

De karpervisser kan zichzelf daarom soms tot ware karper god opperen door het toevoegen van geur en smaakstoffen, denk ook maar ééns aan de rijkelijk verkrijgbare poeders zoals kerrie, paprika, knoflook, steranijs en vele andere attractoren. De reden waardoor veel vissers hun boilies met deze toevoegingen rollen is de hoge mate van uitstoot. Met uitstoot bedoel ik de vermenging van water en flavour. Één van de meest productiefste lok middelen die ik heb en nog steeds toepas zijn de makreel balletjes, heel simpel en heel erg effectief. Ze worden binnen de zeevissport door kenners vaak gebruikt bij het vissen op de kabeljauw. Ik heb ze altijd op voorraad in de vriezer leggen. Hoe ik ze maak? Heel simpel je koopt een aantal makrelen, visolie en een pak met paneermeel, de makreel, de olie en het meel in de mixer en rollen maar. Ware orgiën heb ik meegemaakt op deze toevoegingen, meerdere runs in een sessie komen veelvuldig voor. Zelfs op wateren waar de karper moeilijk te vangen is, op de andere toevoegingen blijkt dit ook steeds weer te werken. Reden genoeg om dit eens aan je boilie of spodmix toe te voegen lijkt mij!

jeroendr6.jpeg

Als laatste punt wil ik ook even de dips en soakings aanhalen. Of ze nu de doorslag geven of niet daar is de menigte nog niet over uit, even kijkend naar het gebruik van dips binnen mijn visserij, daarover kan ik je vertellen dat ze zeker kunnen bijdragen aan een goede vangst. Zelf ben ik al enige tijd aan het testen en uitvinden en dat heeft zo zijn vruchten inmiddels wel afgeworpen. Zo kwam ik erachter dat bijvoorbeeld suiker een zuigende werking heeft en dat oliën ervoor zorgen dat de toevoegingen goed tot in de kern van de boilie doordringen. Zo wist ik in twee test sessies 21 runs te produceren op zelf gedipte ready mades. Een water dat erom bekend staat dat de boilie het er vrijwel altijd slecht doet. Als ik instant ga vissen zorg ik altijd dat ik de gedipte ready’s bij me heb, voor mij hebben ze op verschillende wateren hun waarde al bewezen. Om even terug te komen op het maken van deze dips, als de boilie is gesoakt of gedipt, vries hem dan in en zorg ervoor dat ze een suikerbadje hebben gehad. Door de hardheid van de boilie vloeien de toevoegingen er minder snel uit wat juist weer belangrijk is voor zijn aantrekkingkracht. Zo heb ik in Thailand op het meer Bungsam lan kennis gemaakt met de samenstelling kokosmelk, broodkorsten en vismeel, tegenwoordig pas ik deze toevoegingen ook binnen mijn visserij toe, het werkt gewoonweg zeer dressuur doorbrekend en is tot op heden ( na dit artikel denk ik niet meer ) nog relatief onbekend voor de meeste karpervissers.

Dressur door gespannen lijnen

Door de hoge hengeldruk die we op veel wateren in binnen en buitenland hebben, zijn de vissen onze gespannen vislijnen gaan aanmerken als gevaar. Dit heeft tot gevolg dat de karper bij het zien of voelen van onze veelal gespannen lijnen zijn maaltje elders gaat zoeken of in ieder geval met veel meer argwaan zal azen. De lijn is dus een heel belangrijke factor in het doorbreken van dressuurgevoelig gedrag bij vissen. Gelukkig zijn er verschillende lijnen op de markt die kunnen worden ingezet op de verschillende soorten bodemprofiel die onze uiteenlopende wateren hebben.

Ik wil eigenlijk geen gevlochten lijn beschrijven omdat ik van mening ben dat er geen enkele gevlochten lijn verkrijgbaar is die op het gebied van dressuur beter presteert dan een nylon hoofdlijn. Voor mij persoonlijk voldoet de Shimano technicum lijn in veel gevallen zeer goed. Door zijn onopvallendheid op donkere bodems is deze lijn op de wateren die ik bevis uitstekend. De meningen zijn hier verschillend over en ik moet bekennen dat op een zanderige ondergrond de lijn meer zal opvallen dan een transparante nylon hoofdlijn. Daarom is het ook belangrijk om altijd een tweetal reservespoelen in de tas te hebben indien blijkt dat de stek die je wilt bevissen een andere totaal afwijkende bodemgesteldheid heeft dan de lijn die op de molens zit. Aan te raden zijn transparant, groen en bruin. Een andere goede lijn die ik gebruik is de Kryston Kristonite. Deze lijn is in tegenstelling tot de technicum wel transparant wat in sommige situaties net die argwaan bij de vis kan wegnemen. Nog een bijkomend voordeel is dat de lijn zeer soepel en zacht aanvoelt waardoor deze in mijn ogen minder snel zal worden opgemerkt door de gevoelige zijlijn van de karper. De mate van schuurvastheid en de geringe rek en kink van beiden lijnen zijn voor mij in ieder geval voldoende naar tevredenheid.

Om ervoor te zorgen dat de karper zo min mogelijk van onze hoofdlijn en rig te zien of te voelen krijgt kunnen we gebruik maken van verschillende materialen als leadcore, toplood, sliders en simpelweg een slappe hoofdlijn. Wat ik wel belangrijk vind om te noemen is dat je al deze producten en methoden enkel kan toepassen indien omstandigheden en het water dit toelaten. Een obstakelvrij water geeft in de regel geen problemen tenzij we strak tegen palen of in het water hangende takken aan gaan vissen. Met deze achterliggende gedachte maak ik tijdens het vissen op dressuurwateren dus steevast gebruik van een toplood, slider en met uitzondering gebruik van leadcore.

Rig camouflage

De ultieme rig camouflage is vooralsnog niet gevonden, omdat de karper in veel gevallen toch in staat is om onze rig te onderscheiden van het overige veiliger aas. Toch kunnen we de rig zodanig camoufleren dat deze opgaat in de natuurlijke vegetatie van de bodem. Gecoat en gecamoufleerd lood, gekleurde zachte rigtube en een heel scala aan onderlijntypen en kleuren kunnen worden ingezet. Mits doordacht gebruikt kunnen ze zeer effectief zijn om de schuwheid bij de vis weg te nemen. Voor de hand liggend is natuurlijk wel zo dat een gecamoufleerde rig op een bodemtype die niet overeenkomt averechts kan werken.

Door mijn visserij op dressuurwater heb ik veel geleerd van de onderwater opnames van Korda. In een van de dvd’s liet Danny zien dat het doorbreken van een monotone lijn in rigtube het contrast bij de karpers weg nam en deze duidelijk minder angstig gedrag vertoonde op de stek. De duidelijk aanwezige rigtube en lood werden in een vervolgtest aangepast door er met een watervaste marker strepen over te trekken. Door deze strepen werd de lijn onderbroken en is de theorie dat de karpers de rigtube nu minder snel zullen opmerken of kunnen associëren met gevaar. Vis je op een water met veel watervegetatie dan is het zoals Jordy al eens aangaf in een artikel zeer effectief om bijvoorbeeld een riet of leliestengel over de lijn en langs de rigtube te leggen. Op deze manier werd de gespannen lijn die hoog over de leliebladeren werd gevist in zijn geheel gecamoufleerd, wat resulteerde in een aantal goede aanbeten van een moeilijke stek. Wat ik binnen de rig dressuur ook niet onbelicht wil laten is dat de paai ook passende draai kan geven in het aantal aanbeten op gedresseerd water.

Meestal is er van dressuur geen sprake wanneer we dus net voor en net na de paai vissen. De karper grijpt wat hij grijpen kan en is veelal minder alert op de gevaren van onze rigs. Het kan dus zomaar voorkomen dat je een flink deel van de populatie vissen weet te vangen die normaal moeilijk tot niet gevangen worden.

Rig dressuur

Rig dressuur is één van de factoren die erg belangrijk zijn bij het bepalen van aas opname. De karper heeft de afgelopen jaren geleerd zichzelf te kunnen aanpassen aan bepaalde rigs, Hij weet deze op een fantastische wijze te vermijden of zelfs uit te spuwen. Sommige vissen trachten de haak doormiddel het kopschudden en spiercontracties uit de bek te werken wat naar mijn oordeel vaker voorkomt dan wij doen vermoeden. Of hebben jullie nooit last van die tik op de top of de waker die plots een centimeter terugvalt. Op bekende circuit wateren volstaat de standaard rig in veel gevallen niet meer naar behoren waardoor men opzoek moet gaan naar een andere vangende rig.

jeroendr3.jpeg

Ik vis al een aantal jaren met de D-rig, trigger hair rig en sinds kort de running rig. Deze in lengten tot 20 centimeter is vrijwel op ieder water dat ik beviste succesvol geweest. Hoe belangrijk de keuze van je rig is ten opzichte van het water dat je bevist is voor mij wel reeds bevestigd in de onderwater dvd’s. Als je een kijkje neemt in mijn tacklebox dan zul je zien dat ik gebruik maak van een breed scala aan onderlijn materialen en rigs. Ik ben namelijk van mening dat niet alle karpers van verschillende wateren zijn te vangen aan eenzelfde rig. Alles heeft te maken met wat er wordt gebruikt, hoe het wordt gebruikt en of dit gekopieerd is van de locals of juist niet. Probeer dus zoveel mogelijk je rig aan te passen op het water wat je wilt gaan bevissen en schroom er niet voor om eens een D-rig met een zinkende boilie te vissen, 3 boilies aan één hair, een gevlochten onderlijn met een stijve hair en zelfs de zig-rig ( denk eens aan de vissen die bij warm weer op half water zwemmen ). Maar het belangrijkste van alles is wel dat je nooit uit het oog moet verliezen dat je op sommige wateren juist met de simpelste rig nog steeds best uit de voeten kan komen.

Observeren

De karpers verraden hen aanwezigheid meestal aan hun gedrag wat ondermeer is op te merken aan het springen, rollen en azen op een bepaalde stek. Veel karpervissers die de moeilijke wateren bevissen zie ik slecht anticiperen op deze ontwikkelingen. Veelal honkvast dezelfde stek bevissen en maar zelden van dit patroon afwijken. Ik zat zelf een keer een aantal sessies op zo’n water waar ik niet eerder had gevist en waar de vangstkansen volgens de insiders niet groot waren voor een nieuwkomer. Ik blankte de eerste sessie net als de rest keihard, omdat ik hun gedrag kopieerde. Het gaf me in ieder geval een goed excuus om tijdens de vervolgsessies weer eens lekker te observeren.

Ik bemerkte wanneer de wind uit het westen kwam waaien dat de karpers trekgedrag gingen vertonen en zich op ruim 150 meter van de oever zichzelf weer lieten zien. De verhalen dat de karper zich niet meer liet zien tijdens deze goede wind toonde mij alleen al aan dat de karpers zich dus inderdaad hadden verplaats naar dieper en rustiger water. Ze meden dus de plekken waarvan ze wisten dat ze een prik kon oplopen. Ik reageerde hierop doormiddel van één hengel op die lange afstand te plaatsen, en heel gewaagd met een singel hookbait te vissen om het stereotiepe patroon te doorbreken. Binnen het half uur was het raak en in een aantal opvolgende sessies wist ik op deze wijze een flink deel van die populatie te vangen. De truc werkte heel precies en sloot naadloos aan op de signalen die ik verkreeg van de karper zelf. Het is nu éénmaal even zoeken naar de juiste bepaling van plaats en positie, maar met goede observaties komen de vissen er uiteindelijk vanzelf wel uit.

Obstakelrijke omgevingen

Obstakels kunnen we beschrijven als natuurlijke en onnatuurlijke structuren die zich in het water bevinden. Boomstronken, bruggen, palen, takken en lelievelden zijn enkele voorbeelden van obstakelrijke stekken. Dit soort hotspots zijn voor de karper veelal de plaatsen waar deze zich veilig voelt. Dit is ook de reden dat wanneer een karper zichzelf gehaakt heeft, deze zichzelf met een noodvaart richting een obstakels begeeft. Veelal herbergen deze plekken een voorraad natuurlijk voedsel voor de karper. De reden dat ik het onderwerp obstakels wil beschrijven binnen het doorbreken van de dressuur heeft te maken met het feit dat alle karpervissers bij het zien van een leliebed, palen rij of een in het water hangende boom zijn stek al heeft gekozen voordat deze weet of de vis er wel bereid is tot azen. Dit soort stekken zijn en worden nog steeds vaak bevist en niet zonder reden natuurlijk. Juist dit soort stekken hebben in het verleden al zo velen karpers uit het hol van de leeuw getrokken.

Maar nu het tij begint te keren op sommige wateren, azen de vissen soms nog zelden op de voor hen vertrouwde obstakelstek. Ik heb ervaren dat enkele dagen voeren op een 10 tal meters voor het obstakel veelal effectiever is dan klakkeloos wachten op die paar vissen die zich toch op de obstakelstek laten vangen. Als voorbeeld hiervoor vis ik vaak op een stek waarbij op zo’n 100 meter uit de oever een lange bomenrij in en over het water hangt. Zeker tijdens de warmere perioden van het jaar is de karper hier massaal te vinden, maar zijn ze maar af en toe te vangen. Door elke dag de voer boilies verder van het obstakel af te voeren kwam ik tot de conclusie dat diezelfde moeilijke vangbare vissen ineens een stuk sneller te vangen werden. Zo komt het vaak voor dat je hier voor een aangename verassing kunt komen te staan.

Theorien

Het zou zo moeten zijn dat wanneer de karpers onze stekken gevonden hebben, de kleinere vissen het eerst zouden moeten overgaan tot azen. In de film “door de ogen van de karper” is goed te zien dat veelal eerst de kleinere vissen de sprong durven maken. De ervaring bij mij is dat het veelal eerst de grotere zijn die er het eerst mee van door gaan. Dit kan aan het watertype liggen, of gewoon aan het feit dat een combinatie van verschillende dressuurdoorbrekende methoden de wat moeilijker vangbare vissen beter op de stek te houden zijn en sneller zichzelf aanzetten tot azen. Het aantal hengelaars is de afgelopen jaren ook flink toegenomen en we tellen momenteel dan ook meer dan 1,5 miljoen hengelsport fanaten. De karper heeft hier in een bepaald opzicht ook behoorlijk zijn graantje van kunnen meepikken. Letterlijk tonnen aan aas worden er jaarlijks in onze wateren gestort en of dit werkelijk dressuurdoorbrekend werkt laat ik in dit artikel vooralsnog even onbelicht. Een feit is wel dat wateren welke vroeger alléén nog kleine karper opleverde, of enkel langzaam groeiende vissen had, nu ook veel sneller enkele mooie exemplaren opleveren. Natuurlijk zijn de gewichten door de jaren heen gestegen. Mijn mening blijft wel dat op de enkele wateren met een grote bezetting aan kleine karper, het meestal eerst de grotere karpers zijn die hun deel meeschrokken en dan pas de kleinere.

jeroendr1.jpeg

Het afgelopen seizoen had ik af en toe echt het idee dat ik niets fout kon doen. In het voorjaar van 2005 draaide ik een tweetal sessies waarin ik kort achter elkaar een serie mooie vissen ving met de gewichten. 24.1 pond 29.2, 31.4 en 31.6 pond. De vervolgsessie maakte ik een serie vissen met de gewichten 27.2, 28.8, 31.5, en 33.6 pond, een zeer mooi resultaat wanneer je weet dat de gemiddelde vis tussen 18 en de 22 pond is! Een verheerlijking voor het voorbereiden en onderzoek dat ik in het water heb gestoken alvorens er te gaan vissen. Talloze malen op en neer rijden om te gaan voeren, bodemverkenning, observeren en het geduld opbrengen zodat de vissen de stek niet langer zouden associëren met gevaar. Terwijl het merendeel op het water aan het blanken was, bleek maar weer eens dan net even anders doen dan anderen en zorgvuldig gebruik te maken van dressuurdoorbrekende methoden de sleutel tot succes was. Dat maakt het mooi en ook zo onschuldig. Het zorgt ervoor dat de passie die ik aan het vissen beleef nooit zal weggaan en dressuur altijd zal blijven bestaan.

De dagen duren lang, de zon gaat langzaam onder.
Een rimpelloos wateroppervlak, een voorbode.
Waar zouden ze zijn zonder mij en ik zonder hun.
De rust en stilte, het is mijn leven.
Wat voor paradijs ligt er voor mij in het geschied.
Hoeveel vissen levert deze nacht mij op.

Jeroen op ’t Hof.

Het aspect dressuur jaagt veel vissers de schrik om het hart. Vele sessies vallen ten prooi aan ongewilde frustratie.

Bekijk ook