Over Anton, oude shit en biolijnen – Jeroen Neef

In deze blog haalt Jeroen herinneringen op. Hij heeft een scanner gekocht en neemt ons aan de hand van wat kiekjes mee naar het verleden en het heden. Werkelijk een puur en oprecht schrijfsel!
Nijlbaarzen met Terlouw en Vos
Het is nu eind November 2013, dit is het begin van een nieuwe blog, maar eer hij af is zal wel even duren. Druk, druk, druk! Momenteel ben ik nog aan het herstellen van de KSN meeting. Supergezellig was het en het etentje erna was ook top! Zeer toevallig kwam ik bij Erwin Vos aan tafel. Erwin was 1 van de gelukkigen 6 die mee gingen naar Oeganda om te vissen op Nijlbaars.
Arnout Terlouw was onze gids, voor zover je van een gids kon spreken want hij was eerder gewoon 1 van de groep. Natuurlijk regelde hij wel veel als het op de reis zelf aankwam maar éénmaal daar viste hij net zoals wij dat deden. We haalden herinneringen op en met zijn maatje Pieter van de Werfhorst praatte ik wat over mijn jeugd en zijn baan, leraar op een school. Niet zomaar een school maar een school voor klootzakken, net zoals ik!

Een visser in hart en nieren; Arnout Terlouw. (Foto: Roofvisnet.nl)
Niet dat ik op zo’n klootzakken school gezeten heb hoor, ik ben namelijk met mijn 16e van school gegaan. Dit mede omdat ik toen al 3 keer te horen gekregen had dat ik kon vertrekken, een MAVO en toen 2 keer een LTS. (Het grappige is wel dat ik 23 November voor de 2e keer een diploma uitreiking had.) That’s life hé… In deze blog staan ook wat oude foto’s, want ik heb nu een scanner dus er gaat een wereld voor deze digibeet open. Het moet niet gekker worden! Maar goed, we gaan van start.
Mijn eerste uitvlucht naar verdere oorden, slaapzak en overwrap tussen de benen, emmer met voer aan het stuur. Rugtas om en een foedraal om mijn nek. God wat was je dan blij als je er was. Nu lopen de meeste te zeiken als ze een stukje moeten lopen…
Anton & De Snuffelhoek.
De Snuffelhoek is een hengelsportzaak in Alblasserdam, het dorp waar ik als visser geworden ben. Ik kwam daar vroeger meerdere keren per week, soms bracht ik er bijna de hele middag door om te kwijlen naar al dat moois. Anton heeft mij op zien groeien in zijn zaak en het mooie van Anton is dat hij alles te duur vind.
Je zult het niet gauw meemaken maar Anton wil het liefst dat zijn klanten zo goedkoop mogelijk klaar zijn. Danny, mijn mattie 4 life, woont nog in Alblasserdam en die komt er nog vaak. Dan wil hij weer eens iets bestellen en dan zegt Anton… “doe dat nou niet jongen, mot je nou eens kijken wat ik hier heb liggen. Dit is toch net zo goed als andere troep!”. Anton heeft een broertje dood aan alles wat gehyped word en veel geld kost en hij is een echte dorpeling. Een paar weken geleden kwam ik hem tegen in de kroeg, die grappig genoeg, ‘Het Stekkie’ heet. Een vissertje siert de vooruit om de naam kracht bij te zetten.

Mijn roots, hier liggen ze deels!
Anton was helemaal NDK en we weten inmiddels allemaal wel wat dat betekent hé? (Redactie: Naar De Klote), Namelijk dat het goed met je gaat qua biertjes! Met Anton ging het op dat vlak dan ook perfect, hij kreeg geen zin meer volledig uitgesproken en het was duidelijk te merken dat hij al een tijdje bezig was. Maar goed het was dan ook Het Havenfestival, hét feest van het jaar! We raakten aan de praat en herinneringen werden opgehaald.
Al gauw kwam het ter sprake dat ik een bloemetje in de winkel was wezen brengen voor zijn trouwen. Hij vertelde me dat hij dat echt heel tof vond en dat ik de enige was van alle klanten die zo’n gebaar gemaakt had. Zijn stem sloeg over en ik kon merken dat hem het nog steeds raakte. Prachtig toch, die Anton is ook gewoon een goeie pik ook. “Hebbie die foto nog? Ik kan me nog herinneren dat er een grote foto van jou bij mij in de etalage gehangen heeft. Hebbie die nog?” “Nee”, antwoorde ik, “was het maar waar!”, Ik wist namelijk precies welke foto hij bedoelde, het was mijn eerst karper met de hoofdletter K. Karpers ving ik toen al aan de lopende band. Met name Ridderkerk was mij goed gezind in die dagen. Cultuurwatertjes vol met karper daar, ik viste enkel met de pen of een korst. Ik had nog geen piepers toen.
De knoesten van karpers uit de Boezems
Maar in Alblasserdam heb je de Hoge en de Lage Boezem, 2 vaarten die langs de wereldberoemde molens van Kinderdijk lopen. Dat was wel even andere koek en normaal gesproken viste ik daar nooit. Ik had daar met mijn 1 ¼ lbs, 3 delige Silstar penhengel en miezerige DAM molentje met achterslip ook helemaal niets te zoeken.
Een enkel keer zag ik er eens 1 zwemmen; blauwe ruggen met schubben als knaken schoven onder de lelies door en bij het minste of geringste schrokken ze. Een deinend lelie bed, een mega boeggolf en weg waren ze, het water kolkte vaak nog een minuut na en ik herinner me nog dat lelies door het geweld onder getrokken werden. Dan was de vis weg en naarmate de kolk uitdeinde zag je ineens een lelie bovenkomen. Voor mij als beginnend karpervisser was dit het summum. Het onhaalbare, de absolute hogeschool der karpervisserij. Tot die ene dag…

Hopelijk vangt hij op een dag ook die ene speciale, al is er helaas wel heel veel veranderd in de 25 jaar dat ik op karper vis. Een hoop mysteries zijn verdwenen…
Op een bepaald stuk van de lage boezem stroomt er nog een sloot langs die wij altijd de K-sloot noemden. Deze sloot lag middenin de weilanden en deze stond weer in verbinding met de middelwetering. Hier viste ik wel vaker en ving ik ook af en toe wel eens een karper. Maar dit was niet echt een gemakkelijk water en dus koos ik meestal voor de fietstocht naar Ridderkerk. Maar in het voorjaar trokken veel vissen vanuit die middelste wetering naar achteren die K-sloot in. En het grappige is nog wel dat ze dan meestal erg makkelijk te vangen waren. Ik heb er daar best een berg gevangen in die tijd.
En op ‘die dag’ was het ook zover dat de vissen er zaten, ik had er die week al een paar gevangen en toen ik naar achteren het weiland in liep, liep ik paralel met de K-sloot benden me. Ik liep altijd zelf langs de boezem omdat het dijkje harder was als het zompige weiland van de lager gelegen K-sloot. ‘Onderlangs’ lopen stond gelijk aan geschrokken vissen.
En toen zag ik iets wat ik van mijn leven niet meer vergeet. Karpers, karpers met ogen als knikkers, schubben als knaken en een rug zo blauw/grijs als klei. De eerste schoot keihard de lelies uit en ik schrok me dood. De tweede een paar meter verder wende al een beetje en toen vergat ik die K-sloot. Ik legde mijn spullen neer en ging op onderzoek uit, sluipend langs het 200 meter lange stuk wat toen, en nu nog steeds een hotspot is zag ik overal karper. De meesten waren van een formaat wat ik nog nooit gezien laat staan gevangen had. Mijn mond was inmiddels zo droog als de pruim van een 80 jarige oma, en mijn handen trilden net zo hard als die van diezelfde oma. Ik besloot een poging te wagen….

Eén van de vissen die ik later wél zou vangen op dit water.
Ik pakte mijn legertasje en mijn zielige hengeltje, ik knoopte een dikke vlok witbrood aan mijn maat 4 drennan boilliehook en zocht de eerste de beste vis op die ik zag. De vis lag rustig onder de lelies en kon mij niet zien. Bij elke ademhaling zag ik de lelies deinen, enkel door de kieuw beweging. Ik stelde mijn pennetje in op een halve meter diepte, ik wierp de vlok heel voorzichtig een meter of 3 achter de vis op de lelies en begon de vlok over de lelies te trekken totdat deze in het gaatje lag waar de vis inlag.
Deze foto is denk ik genomen het jaar voor ik die spiegel ving, deze schub kwam uit de poldersloot die links onder het dijkje van deze vaart stroomde. De zogenoemde K-sloot. Prachtige dingen heb ik daar meegemaakt. Het jaar erna ving ik de bewuste spiegel in de boezem, een, in die tijd haast mythisch water.
De vlok lag een meter van de vis vandaan en ik kon hem zo zien hangen op half water. Na een paar seconden kwam er wat kleine ruisvoorn die de vlok aan begonnen te vallen. Tot mijn grote verbazing reageerde de karper hier meteen op en tergend langzaam schoof de vis onder de lelies vandaan. Ik kroop van nederigheid inéén; hij mocht me niet zien. De ruisvoorntjes stoven alle kanten op en de duidelijk 20+ ponds schubkarper zwom door en zoog de vlok in één keer naar binnen. Ik kon mijn ogen niet geloven! De pen volgde en ik sloeg aan, vrezend voor de te verwachten reactie van de mastodont. Het water ontploft! De slip van het kleine koffiemolentje krijste het uit en voor ik ook maar met mijn ogen kon knipperen zat de vis aan de overkant in de lelies. Ik voelde de lijn schuren zoals dat alleen in lelies kan, ik hoorde het gewoon kermen, ik drukte mijn hand nog vaster op het spoeltje, het deinde aan de overkant. De vis trok een heel spoor lelies mee en toen brak alles af. Pang!!! Kansloos was ik…Ik stond perplex en kon nauwelijks geloven wat er gebeurde.
Ik viste de gehele middag door en ik verspeelde er nog 2 of 3 op dezelfde manier. Op die eerste vis na haakte ik ze allemaal net achter de lelies. De truc van de middag bleek om een groot stuk aardappel op de bodem aan te bieden. Dit zagen ze erg goed en ik kon ze gewoon naar de bodem zien duiken achter de lelies. Dan ging mijn pen lopen en was het hangen. 1 vis maakte het wel erg bont want die gooide ik 2 meter voor zijn kop. De vis volgde het stuk pieper tijdens de val naar de bodem en pakte het meteen. Ongelofelijk…

Op dit soort wateren viste ik met passie en plezier.
Tegen de schemer zat de klad er al aardig in en de meeste vissen waren weg door mijn urenlange nederlaag. En toen lag hij daar, pal voor mijn neus, ik zag de vis eigenlijk te laat en dacht dat ik al kansloos was. Ik koos voor een vlok omdat mijn pen zonk met aardappel. Ik liet de vlok heel voorzichtig voor de vis zakken en tot mijn verbazing pakte de vis het vlokje meteen. Ik sloeg aan en alles begon weer opnieuw. Maar nu had ik een paar meter wist omdat de vis eerst nog door de lelies onder mijn kant door moest ploegen om naar de overkant te gaan. Mijn lijn sprong om de halve meter achter een lelieblad vandaan totdat de vis open water bereikte, toen ging het in één streep door. Net voordat de vis weer de lelies in denderde besloot ik alles vast te pakken en te hopen op een wonder. Het lukte en de vis kwam terug, en uiteindelijk in mijn net. Toen ik zag wat ik gevangen had kon ik mijn geluk niet op… Het was een spiegelkarper!!
Wat ik toen al wel wist was dat spiegels op de boezem een zeldzaamheid waren en mijn eerste vis hier was een spiegel! Ik kende jongens waaronder Onno Tool, Walter Put en John Damsteegt, die visten hier heel vaak en hadden nog nooit een spiegel toen. Ik woog de vis in mijn net met zo’n oude staaf unster van salter en deze gaf 20 pond en 200 gram aan… Een 20-er van de boezem en een spiegel, na een dag waarin ik als grote verliezer af leek te druipen.
Ik zakte de vis en rende door het weiland naar mijn fiets 300 meter verder. Vanaf mijn fiets was het denk ik nog een kilometer fietsen. Ik haalde het en hijgend vloog ik de kamer binnen en zei: “Pa! Je moet NU komen! Ik heb er 1 op de boezem!” De foto’s die mijn vader maakte waren werkelijk fenomenaal.

Mijn vader schoot een aantal prachtige platen!
Daar in de schemer zat een jong vissertje, zijn groene legerjas hing tot over zijn billen. Op de achtergrond was het silhouet te zijn van een molen uit omstreeks 1890. Het jonge vissertje getooid met een borstel van stekels torste een vis. Zijn kleine lijf was verdwenen achter de vis die zijn droom uit liet komen. De kleurenpracht van de vis werd super vastgelegd door mijn vader. De jongen had een gekleurd hoofd van alle inspanningen, en een glimlach zo puur als alleen een kind die kan hebben…
Toen Anton de foto zag heeft hij een vergroting laten maken op A3 formaat en die heeft er een paar jaar gehangen waarvan een aanzienlijke tijd in de etalage. Elke keer als ik dan kwam keek ik even naar die foto, het was magisch en het is zonde dat het vissen veel van zijn charme verloren heeft.
Maar hey, zo gaat dat. Je word ouder en mysteries verdwijnen. Wat dat betreft is het voor de jonge vissertjes van nu wel een poepie anders helaas, weinig mysterie meer. (Waar zie je tegenwoordig nog een penvisser? Vroeger stikte het ervan…) Waar de bewuste foto gebleven is weet ik echt niet, wist ik het maar! Gelukkig staat het plaatje nog steeds in mijn geheugen gekerfd en gaat daar nooit meer weg want dit was, en is, nog steeds één van mijn allermooiste vismomenten.
Gescande foto’s – Herinneringen die boven komen…

Een vis die ik de rest van mijn vissersleven zal onthouden!
Mijn eerste statische 20-er, op een stek voorzien van pinda’s. Ik zag hem zwemmen boven het voer en ineens zakte hij. Even later kreeg ik 2 piepen en zag ik een dikke boeggolf langs het riet. Check out die Fisherman Angelsport beetverklikker! Op de voorkant stond een visser met een kromme hengel. Kicken toch! Is denk ik 23 jaar geleden, vangplaats; de Reyerheem in Ridderkerk.

Niet veel later was ik nóg sneller op de stek! Deze Puch betekende voor mij: vrijheid.
Ben en de biograde hoofdlijn… Pardon? Ja je leest het goed!
In mijn vorige blog schreef ik over het bewust verspelen van lood, het was zoals ik al verwachtte een actie met veel respons. En net zoals ik verwachtte met weinig vervolg, prima ook hoor. Ik wilde gewoon even lekker kankeren op zijn Rotterdams gezegd, dat is aardig gelukt ook. Wat ik echter niet aan zag komen is dat ik nog regelmatig contact zou hebben met Ben Stiefelhagen van de Stichting Duik de Noordzee Schoon. Ik had ze een mail gestuurd waarin ik toegaf wat foto’s van hun site gepikt te hebben met een link naar de bewuste blog.
Ze waren er zeer over te spreken en ze waren benieuwd of ik niet iets kon doen voor hun. Nu zal dat niet meevallen en dat gaf ik ook toe maar zo raakten we een beetje aan het mailen en in één van die mails vroeg Ben me…”vis jij wel eens met biograde hoofdlijn?” Ik wist totaal niet waar hij het over had en dus legde Ben me uit dat een biograde lijn na 5 jaar oplost in het water. Anders dus als de monofilament en fluorocarbon hoofdlijnen. “Ik zal je wel een rolletje op sturen zodat het het kunt testen, antwoorde Ben”.
Ik was aangenaam verrast door deze gift en nog aangenamer verrast dat Ben me leerde dat er milieu vriendelijke vislijnen bestaan. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik de lijn nog niet getest heb, maar ik weet zeker dat er heel veel mensen zijn die niet wisten dat er lijnen zijn die vergaan na verloop van tijd. Persoonlijk vind ik de gedachte dat iedereen met dergelijke lijnen zou vissen echt ’the bomb’ jongen, vette shizzle man. Je weet toch!? Maar helaas is dat niet het geval en dat zal het ook wel niet gaan worden vrees ik.
Er zitten namelijk wel wat haken en ogen (toepasselijk…) aan deze lijnen. En dan doel ik met name op het verkopen van deze lijnen. Voor een fabrikant is het natuurlijk wel even slikken om een lijn te verkopen die je na een jaar van je spoelen dient te halen. En voor veel vissers ook helaas.

Man, ook ik leer nog iedere dag! Biograde lijnen, het bestaat!
Persoonlijk ben ik echt een natuurfreak! Kijk ik ben niet zo’n hippie die zijn rooibos theezakjes tussen de benen van zijn vrouw laat weken zodat het zakje wat vaker gebruikt kan worden hoor, maar ik zou het wel een fijn idee vinden dat mijn verspeelde lijn gewoon verdwijnt.
Op Lac de Madine hebben Danny en ik eens gezien wat een berg lijn daar door de stronken liep en dat word echt alleen maar meer omdat er meer en meer verspeeld word. Mede ook door die lijnen! Je kunt dus stellen dat er ook karpers… (oef, nu gaat er wat gebeuren…) nee zelfs misschien wel dikke pb’s verspeeld worden in lijnen die kris kras door het meer lopen.
Op het koelwater kanaal bij de Amercenrtale werden Danny en ik helemaal gek van de wir war aan lijnen die daar lag. We hadden eens een vis eraan die we pas met heel veel moeite en een natte poot geschept kon worden omdat de rig vastzat in een ‘spooklijn’ want zo noem ik ze maar even.

Ondanks alle lijnen en obstakels wist in deze Amervis te vangen, opperbruut!
Een midwinter spiegel van de Amer centrale, god wat hebben we daar afgezien. Ver lopen door de modder. Ijskoud daar in dat open vlak, slechte kleding, meestal een whisky kater. Maar we zaten er 2 maanden lang van half Januari to half Maart elk weekeind 2 ochtenden. 5 uur eruit, en gaan! Dit is ongeveer 15 jaar geleden, oldskool rules. Maar denk erom, hier stikt het nu nóg van de spooklijnen!

Een recent monument. Eentje om te koesteren.
Afijn, ik dwaal weer af! Terug naar het onderwerp. Het vreemde vind ik wel dat je zo weinig hoort van de biograde lijnen, je zou toch zeggen dat het grote publiek eens op de hoogte gesteld zou moeten worden? Zo zouden ze in ieder geval zelf de keuze kunnen maken. Ik had echt nog nooit van deze lijnen gehoord en dat is best bizar want vissen is mijn leven en er stroomt in plaats van bloed water door mijn aderen.
Ik lees alleen maar visboeken, heb op nr 1 na alle karperwerelds, ben heel lang lid geweest van Karper magazine. Ben ook lid geweest van het VBK en de SNB (Snoekstudiegroep Nederland België) Van de Beet ben ik ook heel lang lid geweest vroeger. Er komt bij mij dus heel veel informatie binnen over mijn hobby en toch kende ik het bestaan van deze lijnen niet. Ik vind dat dan ook een slechte zaak. Verder ga ik niet weer een heksenjacht openen hoor maar ik wil de hedendaagse karpervisser toch op de hoogte stellen.

Hoeveel lijnen liggen er nog ‘sub surface?’
Alleen de verpakking al laat een paar frapante details zien die je normaal niet ziet. Ik zal ze eens op een rijtje zetten zodat je in ieder geval eens een beetje een idee hebt wat het verschil is.
1. Op de verpakking staat een logo waarop staat, fish green. En daar bedoelen ze niet de nieuwste hoodie van House of Carp mee (Oost jonguh! Kistje Grolsch dr’bie!)
2. Superior abrasion resistance, fluorocarbon clarity. (mwaa zal misschien niet helemaal kloppen qua doorzicht maar oké)
3. 100% biodegradable fihing line
Persoonlijk zou ik het een fijn idee vinden als alle spooklijnen na 5 jaar weg zijn, je moet er toch niet aan denken dat zo’n prachtig dier de dupe word van onze hobby.
4. Dit is wel een hele interessante! De biolijn is gemaakt van biologisch afbreekbaar polymer en behoud zijn sterkte voor de duur van 10-12 maanden. Op je spoel welteverstaan, hé. Eenmaal in de buitenlucht vergaat de lijn na plus/min 5 jaar. En nu komt ie, het materiaal is afkomstig uit de medische industrie.
5. De verpakking is lucht en water dicht en de lijn dient koel en donker bewaart te worden, in de verpakking zit zo’n zakje met van die balletjes erin, van die vochtvreters. Dat donker en koel bewaren gaat denk ik niet zozeer om het licht maar meer om de vorming van condens. Denk ik dan.
6. Er zit een stickertje op de spoel waarop je de datum in kunt vullen wanneer je deze op je molen gespoeld hebt. Zo kun je dus in de gaten houden wanneer de lijn eraf moet. Dat stickertje zou je bijvoorbeeld in je rig map kunnen plakken of zoiets. Maar aangezien het gros van de vissers geen 10-12 maanden achter elkaar vist is de lijn zeg maar 1 seizoen goed.
7. Op de verpakking staat een tabelletje met daarop het aantal jaar dat een ‘spooklijn’ intact blijft. Voor de biolijn is dat dus 5 jaar, voor monofilament 600 jaar en fluorocarbon is praktisch onverteerbaar. Ook dat vind ik een bizar feit, of het precies klopt betwijfel ik hoor want nylon bestaat nog geeneens 600 jaar. Maar dat het een lange tijd intact blijft is een feit.
Ik denk dat er veel van jullie verbaasd zijn over het bestaan van deze lijnen net zoals ik dat was. En ik vind het ook erg tof van Ben dat hij me deze spoel opgestuurd heeft. Echt mooi dat natuurliefhebbers en vissers zo een beetje tot elkaar komen want we kunnen gewoon van elkaar leren. En dat het ook maar al te vaak anders gaat en zonder enige vorm van begrip van beide kanten is een gegeven waar we allemaal wel eens mee te maken hebben gehad, of zeker nog gaan krijgen.
Links staat dat de sterkte na 50 jaar gehalveerd zou zijn, persoonlijk denk ik dat die vlieger niet opgaat maar het verschil is natuurlijk wel aanzienlijk. De commercie zwaait de scepter,
wie o wie gaat de uitdaging aan om deze lijnen gemeengoed te maken?
Verder wil ik via deze weg Ben Stiefelhagen van de Stichting Duik de Noordzee Schoon nog eens bedanken voor het opsturen van die rol lijn. Zonder hem had ik het bestaan ervan nog niet geweten en ik vind wel dat iedere visser dit behoort te weten. Dan kun je in ieder geval eens kijken of het wat voor je is.
Ps, het is inmiddels al fokking Januari…De blog die ik begon in November is nu dus pas klaar. Ja ik weet het, ik ben laks.
Statement De KSN
Ondertussen is er al wel het een en ander gebeurt want na mijn blog heeft De KSN heeft DIT STATEMENT op haar site gezet. Lees het even! Of het een gevolg is van die blog weet ik niet. Dat doet er verder ook geen ene reet toe maar ze hebben duidelijk een statement gemaakt en dat vind ik super.
Steenlood vs. ‘gewoon’ karperlood. Samen met ‘loodverlies’ een aantal hete hangijzers.
KWO Pranked
Wat ik ook super vind is dat die 2 smikkelberen van een Michiel Pilaar en Wesley Smits mij flink bij mijn ballen genomen hebben. Die hadden nu een perfecte manier om mij eens even voor de gek te houden. Ik was aan het trollen op snoek toen mijn telefoon ging. Had al 2 gemiste oproepen van een privé nummer dus ik verwachtte weer een of andere enquette over haarloze tandenborstels of zo…
En net toen ik het gesprek begonnen was klapte er een snoek op mijn juist aangeschafte savage gear real trout. Dat werd dus ophangen…De rest staat nu waarschijnlijk op de site… (redactie: JAZEKER NEEF!!!)
Laatste herinneringen: Cadzand en mijn eerste Oval
Om af te sluiten, een vis uit Cadzand, een dode arm van een brak kanaal waar de karpers jaagden als snoeken op scholen garnaaltjes. De eerste ving ik met een klein blinkertje omdat ik dus ook dacht dat het snoek was daar in dat gekke kanaal. De rest van de 1,5 week vakantie fietste ik elke dag van de camping naar het kanaal. Een Duitse jongen vroeg of hij mee mocht. Geen probleem, maar toen ik er één ving en hem terugzette kwam ik erachter dat hij ze op wilde eten. De eerste vis die hij eraan kreeg stootte ik expres met het net van de haak. Ik schold hem uit voor H****r en ben pisnijdig naar de camping gefietst. De dag erna moesten we naar huis, sommige dingen vergeet je nooit…

Tussendoor een herinnering: mijn eerste oval.
Nog zo’n foto die veel bij mij los maakt! Mijn eerste oval…Een oldskool Nubrolli wavelock met een oud laken. Slapen deed ik op mijn foudraal, ik trok de stok eruit en slaapzak van de Blokker erop, mijn jas rolde ik op als kussen. Hey, maar wel 2 optonics super XL en Solar buzzer bars en monkey climbers. Check ook die oude Sigma’s en 2 verschillende Silstar hengels. 22 jaar terug zo’n beetje! Echt tof om terug te zien.
Tot de volgende,