Succesvol karpervissen op diepe afgravingen – Tips en tricks van Patrick van Leur!

KWO Redactie 19 augustus, 2021 om 10:00

Diepe zandafgravingen… you love it or hate it. Korda teammember Patrick van Leur is iemand die je duidelijk in de categorie liefhebbers zal aantreffen. In de regio waar hij vist heb je flink wat plassen zoals je die door de hele Benelux aantreft. En daar waar de dieptes bij veel anderen zorgen voor de nodige twijfels en hoofdpijn, is het juist dat wat hem enorm aantrekt. In dit artikel legt hij uit waarom!

Patrick aan het woord: Typisch voor dit soort wateren zijn de snoeiharde aanbeten. De vissen gaan er echt gelijk vandoor en tijdens een dril duiken de grotere vissen ook vaak echt de diepte in. Dat gecombineerd met de mooie omgeving zorgt ervoor dat ik elk jaar weer graag op afgravingen vis. Door de diepte komen de wateren vaak pas later op gang. Terwijl ondiepere, kleinere wateren al echt los gaan, kan het zomaar zijn dat de vissen op de afgravingen nog vrijwel in de wintermodus staan. Pas na de paai beginnen de kansen toe te nemen en totdat het water in de winter pas weer afkoelt kan je erg goed vissen.

Op diep water testen de vissen het materiaal tot het uiterste, een extra reden voor Patrick om om deze afgravingen te vissen.

Vis ook echt diep

Iets dat je vaak ziet bij mensen die net starten op diepe afgravingen is dat ze gaan zoeken naar ondiepere stekken. Mijn ervaring is dat de ondieptes voor de paai goed zijn, maar je daarna vaak beter diep kan vissen. Als het water eenmaal is opgewarmd kan je de vissen vaak goed op voerplekken op dieptes tot tien meter vangen. De vissen hebben daar zolang je boven de spronglaag vist, wat de scheiding tussen warm en koud water is, echt geen moeite mee. In een ideale wereld vis ik de hengels in een waaier over de stek en verspreid ik ze over verschillende dieptes.

Met de hengels op verschillende dieptes ontdek je sneller waar je moet zijn.

Het is mooi om de hengels op verschillende dieptes langs een talud te leggen en daar tussen te voeren. Zo kan je voorbijtrekkende vissen, ongeacht de diepte waarop ze zwemmen, makkelijk onderscheppen. Als ik met drie hengels vis is de ondiepste stok in de zomer rond de vier meter, al hangt dat wel af van de bodemgesteldheid.

Op de taluds kan je voorbijtrekkende vissen makkelijk onderscheppen.

De overige hengels komen dan op tien meter en ergens daar tussenin. Door vervolgens te kijken welke hengel het meest productief is kan je al snel ontdekken wat op welk moment de beste keuze is.

De beloning kan op sommige afgravingen gigantisch zijn.

Hardheid van de bodem

Als ik de hengels uitwerp vind ik het ook belangrijk om het lood te voelen landen. Dit geeft natuurlijk al een indicatie van de diepte en je krijgt ook beeld van de hardheid van de bodem. Met name als je dieper vist kan je wel eens een sliblaag en ondieper juist planten tegen komen. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar een goed zinkende gevlochten lijn. Die geeft mij door het ontbreken van rek veel meer gevoel. Stel je maar eens voor dat je met veel wind en op grote dieptes met een nylon lijn je lood moet voelen landen… dat gaat echt een stuk lastiger. Daarnaast combineer ik de lijn wel met een dikke voorslag voor meer schuurbestendigheid. Als de vis dan achter een talud duikt of eventueel vlak langs de kant eens in wat wier of planten duikt, geeft mij dat veel meer reserve om de vis te landen.

De voorkeur van Patrick gaat op deze wateren uit naar een goed zinkende gevlochten lijn.

Voeren

De tijd van het jaar dat de diep-watervisserij voor mij start, valt ook mooi samen met de periode dat een goed voorbereide stek tot zijn recht komt. Ik ben ook echt een voervisser die graag een plek vooraf aanvoert. Om te beginnen is dat vaak voorzichtig en verspreid over verschillende dieptes. Afhankelijk van de hoeveelheid actie kan ik na de eerste sessie altijd nog kiezen voor een wijziging in de voerhoeveelheden.

Een goed startpunt op afgravingen met een goed bestand is tweeënhalve kilo boilies per voerbeurt.

Op het moment dat ik er weinig aanbeten komen heeft het meestal geen zin om flink wat voer te brengen. Maar stel dat het los gaat, dan kan het wel zijn dat ik probeer met wat meer voer de boel te forceren. Een goed startpunt op afgravingen met een goed bestand is tweeënhalve kilo boilies per voerbeurt. Daarbij probeer ik elke dag te voeren, maar ben ik ook niet al te panisch als ik eens een dag moet overslaan. Zolang er de meeste dagen wel iets te snacken valt komen ze wel terug.

Zolang er de meeste dagen wel iets te snacken valt, komen de karpers zeker terug.

Afbouwen naar de sessie toe

Een truc die ik tijdens het voeren toepas, is het afbouwen naar een sessie toe. De laatste voerbeurten voer ik dus steeds iets minder om er zo voor te zorgen dat er minder voedseldeeltjes liggen en de vissen meer op scherp staan als het moet gaan gebeuren. Op die momenten zie je dan ook vaak dat er tijdens het vissen een eerste aanbeet niet lang op zich laat wachten.

Patrick is voorstander van verspreid voeren, dat doet hij het liefst met de werppijp.

Tijdens het vissen vind ik het fijn om met een pijp relatief verspreid te voeren. Zo vergroot je de kans dat passerende vissen met het voer in aanraking komen en kan je met minder voer azende vissen ook goed bezig houden. Krijg je beten? Schroom dan zeker niet om voldoende bij te blijven voeren. Op het moment dat de koppen naar beneden gaan, wil je daar maximaal gebruik van maken door ze ook aan het azen te houden. Als je ze eenmaal aan het azen hebt is de klus al grotendeels geklaard!

“Als je een dergelijke vis uit de diepte omhoog ziet komen, is de sessie geslaagd!”

Maak het niet te moeilijk

Als je de vis met vertrouwen aan het azen hebt kun je de laatste meter die je gebruikt lekker eenvoudig houden. Ik wil mijn visserij zo simpel mogelijk houden en kies vaak voor een leadclip systeem in combinatie met een onderlijn die voorzien is van een relatief soepele coating. In combinatie met een grotere boilie of snowman werp ik die nooit in de knoop en vis ik met vertrouwen.

Als je de vis met vertrouwen aan het azen hebt kun je de laatste meter die je gebruikt lekker eenvoudig houden.

De haak die ik meestal gebruik is een Kurv Shank maat 4. Dit model heeft een mooie lange, rechte punt die gelijk goed zal penetreren. In combinatie met de gekromde haaksteel zal de haak ook al snel goed prikken.

Eenvoude rigs voorzien van Korda Kurv Shank modellen doen al jaren het werk bij Patrick.

Vaak gebruik ik hem met puur en alleen een knotless knot en dit model leent zich daar ook al goed voor. Maar iets dat ik de laatste sessies ook aan het proberen ben is het toevoegen van een kant-en-klare Kicker. Deze helpt de haak om nog iets sneller iets in te draaien en ik ga die de komende tijd dan ook zeker blijven gebruiken. Met een beetje geluk vang ik dan ook deze zomer weer een aantal mooie diepwater vissen.